Wijzigingswet Wet toezicht kredietwezen 1992 (verbetering effectiviteit)
Wet van 12 maart 1998 tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 teneinde de effectiviteit van deze wet op enkele punten te verbeteren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet toezicht kredietwezen 1992 te wijzigen teneinde de effectiviteit van deze wet op enkele punten te verbeteren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet toezicht kredietwezen 1992.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
Artikel III
De Bank kan, ten aanzien van een kredietinstelling die een dochtermaatschappij of bijkantoor van een niet in Nederland gevestigde kredietinstelling is en waaraan, op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, op grond van artikel 6 of 38, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 een vergunning is verleend, indien zij van oordeel is dat de toezichthoudende autoriteit van de Staat waar de buitenlandse kredietinstelling gevestigd is geen of onvoldoende geconsolideerd toezicht uitoefent, deze vergunning op grond van dit oordeel niet eerder dan een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet intrekken.
Artikel IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 12 maart 1998
Beatrix
De Minister van Financiƫn, G. Zalm
Uitgegeven de zestiende april 1998
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager